Enkele voorbeelden
Voorbeeld Sam
Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en tempo. Maar binnen het palet van ‘bonte kinderkleuren’ springt Sam er nét even uit. Zijn ouders, de juf, ze weten: ‘er is iets met dat kind’. Sam kan moeilijk stil zitten, heeft vaak ongelukjes, schrijft, knipt en plakt slordig en slaat bij het lezen stukken over. Hij is eindeloos bezig met aankleden en schoenen aantrekken, waardoor zijn ouders hem uiteindelijk maar helpen met zijn veters en knopen.
Sam wordt aangemeld voor kinderergotherapie en, nadat zijn ouders een vragenlijst hebben ingevuld over het functioneren van Sam, wordt besloten een test te doen waarin Sam op zijn motoriek en sensorisch functioneren wordt beoordeeld. Ook de leerkracht van Sam vult een vragenlijst in over het functioneren van Sam in de klas. Aan de hand van deze gegevens schrijft de ergotherapeut een verslag dat besproken wordt met de ouders en waarin de behandeldoelen worden vastgelegd.
Tijdens de behandeling wordt er met Sam op een spelende wijze geoefend met zijn motoriek. Doordat Sam grof motorisch vaardiger wordt, wordt ook zijn fijne motoriek, zoals het knippen en schrijven, beter. Daarnaast adviseert de ergotherapeut om Sam op een wiebelkussen te laten zitten tijdens het eten en op school tijdens werkjes. Hiermee kan Sam beter stil zitten en is zijn concentratie beter.
Voorbeeld Merel
Merel zit in groep 3, en haar juf merkt dat Merel moeite heeft met de pengreep en het aanleren van schrijven. Daarom adviseert ze Merels moeder om haar dochter aan te melden voor kinderergotherapie.
Nadat de ergotherapeut met Merels moeder heeft gesproken, wordt besloten om een observatie te doen van het schrijven en worden de sensomotorische basisvoorwaarden getest bij Merel. Het blijkt dat Merel haar houding en bewegingen onvoldoende voelt waardoor ze veel beweging opzoekt. Hierdoor wordt de ontwikkeling van haar handschrift belemmert. Uit een vragenlijst die de ouders invullen blijkt dat Merel ook nog moeite heeft met knopen en veters strikken. Tijdens de behandeling wordt bekeken hoe Merel beter kan leren schrijven en beter kan functioneren in de klas. Al snel blijkt dat Merel er baat bij heeft om een gewichtsvestje te dragen, waardoor ze haar lichaam beter voelt.Ze kan zich nu beter concentreren en loopt niet meer doelloos rond in de klas.
De pengreep wordt met Merel geoefend met behulp van een 3 kantig potlood en de schrijfrichting van de letters oefent ze met de ergotherapeut.. Merels moeder is aanwezig bij de therapie zodat ze kan zien hoe het veters strikken en knopen geoefend wordt met Merel. Verder geeft de kinderergotherapeut de ouders en leerkracht enkele adviezen. Merel mag van de juf nu tussen werkjes een bewegingstussendoortje doen zoals even wat wegbrengen of het bord uitvegen. Aan ouders worden technieken voorgedaan / uitgelegd om Merel ‘diepe druk’ te geven, zodat ze haar lichaam beter kan voelen.